Dag 8: Wandeling Col du Bal
Om 9u kruip ik op mijn gemak uit de tent. Er staat een wandeling van vier uur op het programma dus ik moet me niet enorm haasten. Rond 10u45 ben ik vertrekkensklaar voor een tocht naar de top van de Col du Bal. Een berg van 2717m hoog waarvoor ik 1325m moet stijgen. Het gaat goed vooruit en na 1u55 sta ik boven op de top. Ik loop verder over de kam en dan is het via de skipiste naar beneden. Had ik op voorhand geweten dat het dalen er zo zou uitzien was ik via dezelfde weg naar beneden gegaan als ik naar boven gekomen was. Het dalen weegt zwaar door op mijn knieën en adductoren. Na een tijdje wandelen kom ik een skilift tegen die aan het draaien is. Mmh, dat is vals spelen maar aan dat afdalen heb ik echt niets. Ik beslis om de lift te nemen en dan mijn tocht verder te zetten. Nog een stukje afdalen, ik ben op de camping en staat er op mijn gps 4u maar ik ben 5u weg van de camping. Heb ik dan zo lang gestopt onderweg? Ik denk dat er iets mis is met mijn GPS. Op de Galibier deed die ook al gek en nu weer, ik denk dat er iets mis is met de auto-pauze.
Dag 9: Winst en verlies
Vandaag is het zover. Op regelmatige basis wordt er vanuit de camping een klimtijdrit georganiseerd die vertrekt onderaan de brug in Les Vigneaux tot aan de bebouwde kom van Puy-Saint-Vincent. Een klim van 3,6km en gemiddeld 8%. Het past niet echt in mijn schema maar het zou een beetje stom zijn om als “meubilair van de camping” niet mee te doen. Valentijn vraagt aan iedereen een schatting van tijd dat je erover zal doen. Aangezien ik de klim nog niet gereden heb met de fiets tast ik in het duister. Hij zegt dat ik zeker onder de 15min moet gaan. Ik zou mijn impulsieve zelve niet zijn moest ik het zo laten dus flats er “14min” uit :). Valentijn kijkt op “Dan ga je wel mogen doorfietsen” en schrijft het op. De startvolgorde is omgekeerd aan de snelheid, buiten Valentijn gerekend. Als eerste vertrekt Valentijn die boven de tijdsregistratie zal doen. Vier minuten na Valentijn vertrekt Barbara en vanaf dan op één minuut van elkaar Bart, Jannes, Thijs en ik. Ik geef iedereen zijn startsein en de spanning stijgt, mijn hartslag weet er ook van en die klimt in stilstand tot 120. 3, 2, 1 en GO! Ik leg er meteen de pees op en trek de eerste strook bergop stevig door. BAM, hartslag 160 in no time. Blijven duwen en ik begin zwaar te ademen, mijn benen ontploffen maar stoppen is geen optie. Stukje bij beetje raap ik iedereen behalve Thijs op. We zijn halfweg, mijn keel begint te branden en mijn benen staan op springen. Ik ga toch niet moeten stoppen? Nee! Gewoon doorbijten. Het spandoek van de finish komt in zicht en ik schakel nog eens op. De laatste 200m zet ik me recht op de trappers en pers er alles uit wat er nog in zit, een kreet van pijn tot gevolg. Met 13min48 schiet ik over de finish COMPLEET LEEG!
De onderzoekers aan het sportkot krijgen gelijk, ik ben een duursporter en korte/hevige inspanningen zijn niets voor mij. Gelukkig laat ik iedereen buiten Valentijn (13min18) achter mij en win ik deze tijdrit. Wel moet ik stevig bekomen. Hoesten en een keel die in brand staat. Jammer genoeg kan ik niet gewoon gaan rusten want er staat nog een rondje Col de L’Izoard op het programma. Thijs en ik dalen weer af tot aan de auto, pakken onze spullen en we zijn weg. Ik heb het gevoel dat ik enkel beschik over een rechter bovenbeen. Ander bovenbeen en kuiten voelen leeg, nog nooit gevoeld maar er komt geen kracht uit. Gelukkig kan ik in Thijs zijn wiel zitten. Hij rijdt stevig door tegen de wind, ik heb geen keuze en moet mee. Na een hele strook op kop te rijden doet hij teken dat ik mag/moet overnemen. Tot mijn spijt moet ik hem zeggen dat ik niet kan overnemen… We rijden verder en na een tijdje begint het terug te klimmen. Ik hoop dat ik terug in mijn ritme geraak en daar lijkt het ook op. Thijs zegt “komaan kopman, ik heb je aan de voet afgezet en nu moet jij het waarmaken”. Of het zo zal gaan of dat de meesterknecht zijn eigen kansen mag gaan zal de toekomst uitwijzen. Thijs moet een gaatje laten dus voor mij ziet dat er goed uit maar 100% ben ik absoluut niet. In een dorpje voor de echte klim nemen we water en ik zet me even neer. Ik zet me neer?!?! Dat doe ik nooit, shit, geen goed teken. We vertrekken weer en even later maak ik een sanitaire stop, Thijs rijdt al verder. Ik vertrek weer máár val compleet plat, om het in wielertermen te zeggen “ik sta geparkeerd”. Shit, in plaats van Thijs dichter te zien komen zie ik hem verder weg rijden. Hem inhalen zit er niet meer in dus het enige wat ik wil is boven geraken. Ik rij ruim 2km bergop lopend op mijn trappers, tegen een enorm lage trapfrequentie en heel lage snelheid. Shit, zo rijden is echt is echt niet mijn stijl. Voor de eerste keer komt het gedacht “ik stop” in mijn hoofd op… Mijn schaduw en de stippenlijn aan de rand van de weg ter oriëntatie zijn alles waar ik nog op let. In mijn hoofd gaat het “links, rechts, links,…”, pff, ik ben helemaal leeg. Ik beslis om boven naar Valentijn te bellen om mij/ons te komen halen in Briançon. Ik blijf strijden en zie dat het bij Thijs wel bolt aangezien die al een heel stuk verder zit, de meesterknecht is er vandoor. Ik kom boven en ben kapot. Ik bel Valentijn maar kan hem niet bereiken. Doorrijden is de enige optie dus het moet. Een hele strook zit ik weer in het wiel van Thijs maar zelfs in het wiel sterf ik verder. Op het laatste klimmetje gaat het echt niet meer. Thijs stelt voor dat hij de auto gaat halen en terug komt om me op te pikken. Ik fiets nog even verder maar bij de volgende parking houd ik het voor bekeken en gooi me in de kant. Telefoon, Thijs, “Jan, ik ben op mijn smikkel gegaan”. Gelukkig is het niet te ernstig blijkt en zegt hij dat hij zo verder rijdt. Als hij aankomt met de auto zie ik dat hij toch aardig open ligt. Snel de fiets in de auto en naar de camping waar hij zijn wonden kan wassen en ik mezelf kan volsteken met pasta. Om 18u30 eet ik twee volle borden pasta, om 19u30 schuif ik in de gîte aan tafel en eet ik meer dan de andere gasten. Zo zie je maar dat ook ik soms flink wat kan binnen steken.
Nacht 9: On a secret mission
Er wordt rondgeslopen op de camping...